Binnen het nieuw Europees Douanewetboek zijn een aantal bepalingen opgenomen die in 2017 ook in België van kracht worden. Lees hier enkele nieuwigheden waarmee aangevers binnenkort te maken krijgen.
In een volgend artikel gaan we dieper in op de nieuwigheden verder in de loop van 2017.
EORI nu ook verplicht bij invoer
Economische operatoren die goederen invoeren, zijn binnenkort ook verplicht om zich te identificeren aan de hand van een EORI (Economic Operator Registration and Identification)-nummer. Dit hoeft slechts in één enkele Lidstaat, aangezien het EORI-nummer zal erkend worden door alle douaneautoriteiten van de EU.
Het EORI-nummer moeten bedrijven gebruiken in hun communicatie met de douane. Dit was al een aantal jaren verplicht bij uitvoer van goederen.
Vanaf de installatie van versie 17 van het elektronisch aangiftesysteem (PLDA), in principe voorzien op 7 januari 2017, wordt het gebruik van het EORI-nummer eveneens verplicht bij invoer. Dit nummer moet vermeld worden in vak 8 op de invoeraangifte.
Meer informatie over de aanvraag en afgifte van het EORI-nummer kan u vinden op de website van de douane
Daling nalatigheidsinteresten
De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen verlaagt de nalatigheidsinterest (vertragingsrente) van 9,6 % naar 2 %. Het gaat hierbij om nalatigheidsinteresten bij de invordering van een douaneschuld die ontstaan is na 1 mei 2016. Voor schulden die eerder zijn ontstaan, blijft de interestvoet van 9,6 % van kracht.
De Belgische douane is hiermee conform de bepalingen die in artikel 114 van het DWU (UCC) zijn opgenomen en die stellen dat de nalatigheidsinteresten gelijk moeten zijn aan de toegepaste rentevoet van de Europese Centrale Bank (momenteel 0 %), vermeerderd met twee punten.
Er zijn geen nalatigheidsinteresten verschuldigd indien het in te vorderen bedrag kleiner is dan 10 euro.
Inzake accijnzen blijft de rentevoet van 9,6 % van toepassing, hoewel een vraag tot herziening wel op de agenda staat van het Nationaal Forum, het overlegplatform van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen en de privésector.
Elektronische REX vervangt papieren FORM.A
Op 1 januari 2017 wordt het REX-systeem (Registered Exporter) ingevoerd: een systeem waarbij de exporteur zichzelf kan laten certifiëren voor de oorsprong van goederen door zich te registreren bij de overheid. Dit is bijvoorbeeld relevant voor de invoer uit landen waarvoor een preferentieel invoertarief geldt: de zogenaamde GSP (General System of Preferences)- of SAP (Stelsel Algemene Preferentie)-landen.
De Europese douaneoverheid wil met dit systeem actuele informatie over geregistreerde exporteurs in een SAP-land ter beschikking stellen. Het systeem wordt een trans-Europees systeem dat ook gegevens over de EU-marktdeelnemers zal bevatten ter ondersteuning van de uitvoer naar SAP-landen.
Dit heeft ook gevolgen voor de Europese importeur van de goederen met een preferentieel invoertarief, die tot nu het lagere tarief met een papieren oorsprongscertificaat moest aantonen. Hij moet nu een bepaalde code en het REX-nummer als referentie ingeven.
Let wel: dit REX-systeem wordt zeer geleidelijk ingevoerd, al naargelang de betrokken exporteur uit het SAP-land zich geregistreerd heeft. De LGO-landen bijvoorbeeld (landen en gebieden overzees) hebben allen individueel uitstel aangevraagd en gekregen tot 2020.